Geschiedenis

De eersten van wie vaststaat dat ze een achternaam adopteerden, waren de Chinezen. Volgens de legende was het rond het jaar 2852 voor Christus dat Keizer Fushi het verplicht stelde.

Tijdens de vroege middeleeuwen waren de mensen bekend onder één enkele voornaam. Langzaam maar zeker echter won het gebruik terrein om een andere naam toe te voegen als een manier om onderscheid tussen individuen te maken. Daarbij werd vaak gebruik gemaakt van bepaalde kenmerkende eigenschappen. Een voorbeeld van een dergelijk gebruik is de geboor­teplaats, zoals bij “Franciscus van Assisi”; of een beschrijving van het uiterlijk, zoals, “Lambert de Gebochelde”; of het beroep van de naamdrager, zoals Pieter Smid; of het gebruik van de naam van de vader, Pieter Willemsen.

Tegen de 12de eeuw was het zo algemeen aanvaard om een tweede naam te gebruiken, dat het soms zelfs als uitermate ongepast werd beschouwd wanneer men deze niet had. Echter, hoewel dit gebruik de oorsprong vormt van alle achternamen van vandaag de dag, verwezen de tweede namen die in de vroege middeleeuwen gebruikt werden, niet naar families en waren zij ook niet erfelijk.